| 
  • If you are citizen of an European Union member nation, you may not use this service unless you are at least 16 years old.

  • You already know Dokkio is an AI-powered assistant to organize & manage your digital files & messages. Very soon, Dokkio will support Outlook as well as One Drive. Check it out today!

View
 

5_6

Page history last edited by Florian Heyerick 10 years, 1 month ago
vorige  volgende

Opera: Dido Antiochus und Stratonica


Dido, Königin Von Carthago

In einem Singe=Spiel Auf dem Hamburgischen Theatro vorgestellet. Gedruckt im Jahr 1707.

Opera in drie bedrijven, naar een libretto van Hinrich Hinsch.

 

Personen

 

Dido, Königin von Carthago, verliebt in Æneas, geliebet von Hiarbas.

Iras, Ihre Vertraute/ verliebt in Achates.

Anna, Der Königin Dido Schwester/ geliebt von Juba.

Hiarbas, König von Numidien, verliebt in Dido, geliebt von Menalippe.

Menalippe, Printzessin aus Ægypten, versprochen mit Hiarbas, welchen sie in Manns=Kleidern folget.

Juba, Printz von Tyrus, verliebt in Anna.

Æneas, Fürst der Trojaner, geliebt von der Dido.

Achates, des Æneas getreuer Freund.

Disalces, vornehmster Priester des Mithra.

Gesandter des Königs Hiarbas.

Elgabal, Ein Zauberer.

Eine Menge Carthagerinensischer Edelleute. 

In Machinen.

Juno, Schutz=Göttin der Stadt Carthago.

Iris.

Mercurius.

Venus.

 

Inhoud

Inhoud van deze opera is gehaald bij de Latijnse dichter Vergilius uit zijn epos Aeneis, zijnde het verhaal van Aeneas, een Trojaanse edele, gevlucht uit het door oorlog verwoeste Troje, en zijn liefdesgeschiedenis met Dido, koningin van Carthago. Dit verhaal nu steunt in het geheel niet op enige historische grond, daar de verwoesting van Troje en de oprichting van Carthago drie eeuwen uit elkaar liggen (trouwens bevestigd in het voorwoord).

 

Dramatisch personae: Dido (koningin), Iras (haar vertrouwelinge), Anna (haar zuster), Hiarbas (koning van Numidië), Menalippe (Egyptische prinses), Juba (prins van Tyrus), Aeneas (Trojaanse prins), Achates (zijn vriend), edellieden van Carthago, priesters, goden “in machines”, Juno (beschermgodin van Carthago), Iris, Mercurius, Venus (moeder van Aeneas).

 

Eerste bedrijf

 

Toneel: slaapkamer van Dido, met eronder en ernaast de kamers van haar hofdames. Geheel boven een grote zaal, te bereiken langs een trap.

 

Juno, beschermgodin van Carthago, verschijnt in een heldere wolk, zittend op een draak. Ze maant de slapende Dido aan te ontwaken en zich te bezinnen over haar liefde voor Aeneas, die met zijn vloot op de vlucht uit Troje in haar haven strandde. Beloofde ze niet immer trouw te blijven aan haar vermoorde echtgenoot Sichaeus. Bloed en dood zullen het gevolg zijn van haar lichtzinnigheid! Dido ontwaakt geschrokken en roept om hulp. Aan haar vertrouwelinge Iras vertelt ze het angstwekkend droomgezicht. Ze draagt haar op naar de haven te gaan en te kijken wat er gebeurt in de vloot van Aeneas. Ze vraagt haar ook haar zuster Anna te roepen. Aan deze deelt ze haar angst mee voor de wraak van de geest van Sichaeus, en voor de mogelijke vlucht van Aeneas, met wie ze immers wil huwen. De nuchtere Anna bezweert haar niet toe te geven aan angst veroorzaakt door dromen. Zijzelf althans houdt zich ver van de lastige liefde, en geniet haar vrijheid. Iras komt terug: in de haven is alles rustig, allen slapen. Dido besluit een offer te brengen Sichaeus' geest en zo het mogelijk onheil te bezweren.

Het toneel verandert in een paleistuin, alwaar zes personages unaniem over de liefde zingen die wreed en bedrieglijk is.

Weer verandert het toneel: de zeekust, alwaar de bouwwerken voor de grote vesting van Carthago, Byrsa, begonnen zijn. Aeneas komt met een menigte werklieden en spoort ze aan om van de vesting Byrsa een wonderbouwwerk te maken. Dido komt ten tonele en uit haar twijfel aan de liefde van Aeneas. Hij echter verzekert haar van zijn trouw. Maar nu verschijnt de god Mercurius en verwijt Aeneas zijn lafheid en besluiteloosheid. Hij moet terstond de steven wenden naar Italië, zoniet zal de toorn der goden hem treffen. Achates, zijn beste vriend, raad hem dringend aan te gehoorzamen.

 

Tweede bedrijf

 

Toneel: voorportaal van Dido's geheime kamer.

 

Het toneel opent zich en toont het heiligdom van Sichaeus, waar Dido een plengoffer met wierook brengt voor zijn beeld. Tot drie maal toe wenkt haar het beeld en roept zelfs haar naam. Dido bezwijmt in Iras' armen.

Toneel wordt een tuin. Koning Hiarbas wil zich wreken op Dido die niet ingaat op zijn zoveelste aanbod haar echtgenoot te worden. Menalippe biedt hem daarbij haar diensten aan, in de hoop zijn liefde te heroveren. Juba wil het verraad dat Dido bedreigt aan Anna openbaren. Achates tracht Aeneas tot de vlucht te overreden en zo het bevel der goden te volgen, maar nog steeds zweert hij trouw aan Dido. Ook Venus, godin-moeder van Aeneas, tracht hem te overhalen de ijdele pracht van Afrika te verlaten. In Italië zal hij heersen, dat land zal weldra aan het hoofd van de wereld staan en mettertijd Carthago uitwissen. Juba, benadert Anna en poogt haar liefde te winnen. Zij veinst echter onverschilligheid, wil aan haar gevoelens niet toegeven.

Toneel wordt audiëntiezaal van Dido. Hiarbas heeft een gezant gestuurd, die haar zijn rijk samen met zijn hart aanbiedt. Zij echter weigert nog steeds, onder voorwendsel van de beloofde trouw aan Sichaeus en de smart om zijn dood. Zo zij het aanbod van Hiarbas niet aanvaardt, zal hij haar de oorlog verklaren en de vernietiging van Byrsa veroorzaken. Onverschrokken hoort Dido dit aan. Ze zal een mensenoffer brengen op het gloeiend altaar van de god Mythra. De priester Disalces roept de trouwe edellieden op: een van hen zal het lot treffen geofferd te worden. Maar, wat gebeurd? Hiarbas biedt zichzelf aan uit liefde voor Dido. Menalippe poogt het te verhinderen, vergeefs. Reeds leidden de priesters hem naar het altaar.

Ondertussen heeft Aeneas de vloot vertrekkensklaar gemaakt, stelt dat echter voor als een feestelijk kijkspel.

Toneel verandert: Mythras' gloeiend in een woud. Allen kijken toe terwijl Hiarbas erheen wordt geleid, hymne aan Mythra, dans der priesters. Maar als Hiarbas  het altaar zal bestijgen, komt een bliksem uit de hemel met luide donderslag en vernietigt het altaar. Ontzetting allerwege. De priester beschouwt het als een slecht voorteken. Het offer wordt geweigerd, als zijnde niet rein, niet volledig. Hiarbas' hart behoort immers aan Dido. Er zal een lam geofferd worden. Dido blijft ongerust.

 

Derde bedrijf

 

Zeehaven van Carthago. De vloot ligt vertrekkensgereed, met zeilen gehesen, met vlag en wimpel. Dido komt in vol ornaat om het zogenaamd feest bij te wonen. Juba, Aeneas en Achates kijken toe. In het volk verborgen Hiarbas en Menalippe. Eerbewijzen aan Dido. Zij gelooft nog steeds in de bedrieglijke schijnmaneuvres. Maar zie daar: Aeneas en Achates betreden hun schip. Trompetten en pauken klinken: vaarwel Dido. Pas nu dringt het tot de ongelukkige koningin door: dit is een echt vaarwel, en de meineed van Aeneas. Ze ontsteekt in woede en wil alleen nog wraak. Hiarbas hoopt vergeefs dat ze zich tot hem zal wenden voor hulp. Anna maant haar zuster aan haar toorn te bedwingen, tevergeefs.

Toneel: kamer van Dido. Ze zit in gedachten, overweegt het verraad, weet dat alle hoop verloren is. Anna kan haar niet troosten. De priester Elgabal wordt geroepen. Er moet een brandstapel gebouwd worden waarop de achtergelaten wapens en klederen van Aeneas zullen verbrand worden. Ondertussen bezingen Juba en Anna de verstandige liefde die hen verenigt. Iras echter klaagt over het verraad van Achates die zij beminde. De brandstapel is klaar maar blijft smeulen. Hij vraagt bloed. Dido wil sterven, aanroept de dood. Goden van macht en duisternis worden door Elgabal opgeroepen. Dido stijgt zelf op de brandstapel, valt in het zwaard van Aeneas en stort zich stervend in de vlammen. Iras volgt haar in de dood. Godin Iris verlost Dido uit haar doodstrijd. Haar ziel is nu bevrijd en wordt meegenomen.

Het volk van Carthago weent en klaagt. De stadsoversten brengen kroon en scepter aan prinses Anna, welke ze aanvaart. Hiarbas van zijn kant biedt haar hernieuwde vrede met Numidië en verzoent zich met Menalippe. Anna biedt aan haar geliefde Juba de scepter van Carthago met een ring als pand van haar liefde. Ze zullen samen heersen. Allen kunnen ze nu gelukkig zijn. 

 

Documentatie

 

concerten: c06, c07, c10
 

audio: uitvoering c07 (opname Deutschlandfunk) (2u20'03") LINK

audio: uitvoering c10 (eigen opname) (45'01")

video: uitvoering c07, deel I (64'43")

video: uitvoering c07, deel II (57'59")

video: uitvoering c10 (45'34")

 

 

 

L’Amore Amalato, Die kranckende Liebe, oder Antiochus und Stratonica

Musicalisches Schauspiel (1707)

Opera in drie bedrijven, naar een libretto van Barthold Feind (1678 – 1721)

Opgevoerd in 1707 in het Theater am Gänsemarkt, Hamburg

 

Personen

 

SELEUCUS König von Assyrien.  

STRATONICA dessen Gemahlin anderer Ehe.   

ANTIOCHUS Kron=Printz erster Ehe.   

DEMETRIUS ein Assyrischer Printz/ und Reichs=Schatzmeister.  

[Lib: Reichs=Schatzmeister und Printz vom Geblüthe.]

ELLENIA dessen Gemahlin.  

FLAVIA.      

FILA.       

MEDOR. DEMETRIUS kleine Kinder. 

MIRTENIA Eine Princessin aus Georgien/ in der Magie erfahren.

[Lib: Eine Persianische Printzessin/ in der Magie erfahren]

ERASITRATUS des Königs Demetrius aus Macedonien Leib=Artzt und Gesandter/ Unter dem Nahmen HESYCHIUS.

[Lib: Ein Macedonischer Leib=Artzt und Gesandter des Königs Demetrius, unter dem Nahmen Hesychius.]

NEGRODORUS der MIRTENIA Kammer=Diener.     

Ein Opffer=Priester mit vieln Opffer=Pfaffen.    

FLORA        

CERES        

BACCHUS      

VULCANUS. in Gestalt der vier Jahres=Zeiten.   

 

 

Inhoud

 

Bedrijf 1

 

Plaats van de handeling: Damascus en omgeving.

Tijd: de Oudheid na Alexander de Grote en voor de geboorte van Christus.

 

Seleucus, koning van Syrië, reeds oud en weduwnaar, heeft een nieuwe echtgenote: Stratonica, de jonge en mooie dochter van koning Demetrius van Macedonië. Hij heeft een zoon uit eerste huwelijk, Antiochus, zijn troonopvolger.

Op het toneel ontmoeten we nu eerst Mirtenia, een toverheks met grote macht. We zien haar aan het werk in haar tuin, waar ze staaltjes van haar toverkunst laat zien. Ze heeft Demetrius, prins van den bloede en schatmeester van koning Seleucus, volledig in haar macht. Hij is door haar in slaap gebracht, en dus volkomen willoos slachtoffer van haar verleidingskunsten. Zijn echtgenote Ellenia moet machteloos toekijken. De twee vrouwen voeren van nu af aan strijd om Demetrius. We zien ook Negrodorus aan het werk, dienaar van Mirtenia. Hij geeft op alles zijn schampere commentaar. Is zowat de verpersoonlijking van het gezond verstand. Hij regelt de hele vertoning, met optredens van geesten, corybanten, saters en nymfen.

Plots verschijnt er nog een bode ten tonele, Hesychius, die aan Stratonica een brief van haar vader Demetrius brengt. Hij heeft zojuist een opstand kunnen bedwingen in zijn land Macedonië en is nu zeker van zijn macht. Stratonica vindt dat een zeer goede tijding, en roept op tot algemene vreugde, begeleid door trompetgeschal. Alleen Antiochus neemt aan die blijdschap geen deel: hij is namelijk verliefd op Stratonica en kan dat niet bekennen. Alles wat ze zegt en doet om hem op te monteren heeft het verkeerde resultaat.

Weer ontstaat een hevige discussie tussen Ellenia, Demetrius en Mirtenia. Beide vrouwen willen hem, hetzij winnen, hetzij terugwinnen.

Negrodorus sluit dit bedrijf met de opmerking: “Als ik niet weer verschijn, gaat iedereen verveeld naar huis.” Tot slot komen nog enkele komische personages op het podium.

 

Bedrijf 2

 

Plaats van de handeling: Koninklijk Paleis.

 

In zijn kamer zit Antiochus, ziek van verdriet, en weet dat er geen remedie is en dat hij dus sterven zal. Hesychius en Stratonica vinden hem en vragen (vergeefs) naar de oorzaak van zijn lijden. Stratonica wil hem helpen.

Negrodorus roept nu iedereen op om deel te nemen aan het groot feest dat de koning geeft. Mirtenia zal dit gebeuren met haar toverkunsten opluisteren. Ze voert Demetrius met zich mee. Ellenia volgt heimelijk. Weer ruzie tussen de vrouwen!

Ondertussen zijn feesttafels gedekt met de uitgezochte spijzen en komen de gasten. Ook Antiochus, op verzoek van Stratonica.

Negrodorus neemt plaats dicht bij de schenktafel en zingt de lof van de heerlijke Griekse wijn. Mirtenia tovert een prachtige tuin. Geesten brengen een reuzebal waaruit de vier jaargetijden en liefdegodjes tevoorschijn komen. Alles ter ere van Seleucus en Stratonica. Mirtenia haalt nu ook grappen uit met Negrodorus, betovert hem, voert monsters, reuzen en zelfs een aap op waarop hij verliefd wordt. Als hij weer tot besef komt besluit hij dat de liefde slechts een kwalijk spel is met schimmen en spoken.

Antiochus blijft treurig en langzamerhand neemt een ware furie bezit van hem. Hij is zodanig in de war dat hij Stratonica beschuldigt: zij is immers zijn beul, de oorzaak van zijn smart. Seleucus weet nu dat Antiochus zal sterven en klaagt en jammert.

 

Bedrijf 3

 

Plaats van de handeling: we bevinden ons op een grote marktplaats in Damascus. Drie straten leiden naar de tempel.

 

Ellenia en Demetrius proberen vergeefs tot een akkoord te komen. Seleucus en Stratonica zijn wanhopig. Hesychius vindt dat alleen de goden nog kunnen helpen. De priesters zullen het orakel moeten raadplegen. Antiochus ligt op zijn sterfbed. Hesychuis, Seleucus en Stratonica zijn bij hem. Als Seleucus in zijn smart Stratonica's naam uitspreekt, slaat Antiochus weer de ogen op.

Allen haasten zich naar de tempel. Daar is Ellenia met haar drie jonge kinderen en probeert nog steeds haar echtgenoot Demetrius te vermurwen. Vergeefs. Mirtenia steekt weer stokken in de wielen.

De tempel opent, men ziet het altaar en de priesters. Een offer wordt gebracht. Seleucus bidt. Het orakel spreekt: “Men moet de arts Erasistratos zoeken en laten komen. Hij alleen kan helpen.”

Seleucus ziet Ellenia in rouwkleed en vraagt naar de oorzaak. Samen besluiten ze dat de liefde al te heerszuchtig is.

De arts Erasistratos blijkt een en dezelfde persoon te zijn met Hesychius. Hij openbaart aan Seleucus de verboden liefde van Antiochus voor Stratonica. Alleen als Seleucus zijn echtgenote aan zijn zoon wegschenkt, kan hij genezen. Grootmoedig doet Seleucus afstand van Stratonica. Hij verheft Erasistratos/Hesychius in de adelstand en schenkt hem Mirtenia als bruid. Demetrius en Ellenia verzoenen zich. Allen kunnen nu weer gelukkig zijn! Het verdriet verandert in vreugde en vrolijkheid.

Slotaria en koor en ballet van polichinellen. 

 

Documentatie

 

concerten: c06, c10, c14
 

audio: uitvoering c10 (51'27")

 

video: uitvoering c10 (53'04")

video: uitvoering c14 (51'16")

 

 

Comments (0)

You don't have permission to comment on this page.