GWV-nummer

IDENTIFICATIE

VERKLARENDE OPMERKINGEN

- voor de instrumentale werken werden de nummers uit de fysieke GWV overgenomen (Bill & Grosspietsch, 2005)

- er wordt geen vermelding gemaakt van oudere nummeringen (Grosspietsch, Nagel, Witte, ...) wegens gebrek aan relevantie

Criteria GWVi:

zie Bill (2005), Grosspietsch (Einleitung - XII en XIII)

Samenvatting:

- niet chronologisch wegens onduidelijke gegevens

- algemene bezetting te grof

- sortering: op toonaard (van C tot h), dan op bezetting (van kleinste naar grootste), dan alfabetisch op titel, dan op bibliotheeknummer

- getallen van 3 cijfers: het eerste cijfer verwijst naar de werkgroep (1 tot 9) - slechts 1 tot 7 opgenomen in GWVd

- groep 5 en 6 zelfde werkgroep, wegens meer dan 100 werken (zwak gegeven)

Criteria GWVv:

- persoonlijk onderhoud met Dr. O. Bill en overleg rond toekomstige fysieke GWV van de vocale werken

- samenstelling van het GWV-nummer ingegeven door de mogelijkheid zowel de datum als de gelegenheid van het werk eenduidig te vermelden

Dit heeft zowel voor- als nadelen:

Nadelen:

- gebruik van een schuine streep (slash): in een digitale omgeving is dit soms onbruikbaar (daarom vaak vervangen door een underscore)

- verschillend van de instrumentale werken

- niet bruikbaar voor andere componisten/vormen, ...

- nog niet duidelijk hoe het zal gaan met wereldlijke vocale werken (wereldlijke cantate, opera)

- het gebruik van a en b met verschillende cantates voor dezelfde gelegenheid is niet bijzonder eenduidig

- te betekenisvol: wat als de gedefinieerde gegevens niet eenduidig zijn?

Voordelen:

- uitbreidbaar zonder iets te moeten veranderen (als er een nieuwe cantate opduikt (!?), of als er nieuwe gegevens bekend raken)

- duidelijke concrete gegevens m.b.t. de identificatie (men kent onmiddellijk gelegenheid en jaartal, indien men een 'ingewijde' gebruiker is)

VOORBEELDEN

niet van toepassing