| 
  • If you are citizen of an European Union member nation, you may not use this service unless you are at least 16 years old.

  • You already know Dokkio is an AI-powered assistant to organize & manage your digital files & messages. Very soon, Dokkio will support Outlook as well as One Drive. Check it out today!

View
 

1_0

This version was saved 12 years, 3 months ago View current version     Page history
Saved by Liselotte Sels
on December 27, 2011 at 11:28:00 pm
 
vorige  volgende

Hoofdstuk 1: INLEIDING

 


Portfolio van een artistieke verkenning

 

Dit portfolio heeft niet het opzet van een proefschrift in de wetenschappelijke zin van het woord. Het artistieke onderzoek kreeg dan ook vooral vorm in het klinkende resultaat, en de onderzoeksvraag is eerder impliciet. De bedoeling van dit artistiek onderzoekproject is dan ook niet het bewijzen van een stelling of het experimenteren met innovatieve artistieke expressiemiddelen, maar eerder het ontwikkelen van een basis tot kennis en bekendheid, tot verspreiding en ontsluiting. Het onderzoeksproject werd vormgegeven onder de titel Graupner2010, naar aanleiding van de 250ste verjaardag van Graupners overlijden. 

 

Met het project Graupner2010 wordt tegemoet gekomen aan een maatschappelijke, artistieke, historische, praktische en wetenschappelijke nood.

Daarbij is het uitgangspunt het scheppen van de noodzakelijke voorwaarden tot verder onderzoek en het stimuleren van kritische benadering en artistieke verkenning. Vandaar de ondertitel van dit onderzoek: ontsluiting en verspreiding.

De impliciete onderzoeksvragen concentreren zich op de te ondernemen acties om deze ontsluiting en verspreiding verder te ontwikkelen.

 

De geschiedenis van het onderzoek naar de muziek en de persoon van Graupner kende tot nu toe een typisch verloop.

Grosso modo kunnen we de chronologie van de musicologische studies over de muziek van de barokperiode indelen in een tijd voor en na het midden van de 20ste eeuw. REFERENTIE NODIG BIJ DEZE PASSAGE?

In de eerste periode werd er veel aandacht besteed aan descriptief onderzoek: biografische studies en monografieën ("leven en werk van ..."), opsommingen van de werken, analyses, catalogen, enz.

In een tweede fase ging men ook in op de artistieke waarde van een componist vanuit een klinkend resultaat en kon men van daaruit gaan peilen naar de waarde van de kunstenaar in zijn tijd. Zo zal men ook via onderzoek naar de historische uitvoeringspraktijk de nodige historische informatie verschaffen om de muziek uit te voeren en te begrijpen en, zowel als luisteraar als uitvoerder, deze beter te kunnen duiden en waarderen.

Graupner heeft die tweede fase tot nu toe grotendeels gemist. Het bestaan van zijn werken was bekend, maar er waren nauwelijks uitvoeringen, opnames en uitgaven die als referentie voor de artistieke waarde konden gebruikt worden. Zo waren zelfs voor de onderlegde musicus gegevens over leven en werk onbekend, laat staan dat een juiste inschatting van het kwantitatief of kwalitatief gewicht van zijn muziek mogelijk was.

 

De oude muziek-beweging heeft in de laatste decennia ettelijke werken weer in de openbaarheid gebracht via concerten, uitgaven en opnames. Deze werken bevonden zich tot op het moment van hun ontsluiting in een of andere bibliotheek of archief, meestal onder de vorm van een manuscript (kopie of autograaf) of een vroege druk. Over de muzikale betekenis of artistieke waarde van dusdanige ontsluitingsacties valt natuurlijk te redetwisten, maar een feit is dat dit tot op heden nog zelden systematisch gebeurde. Het openbaar maken van een bepaald werk, of van de werken van een bepaald componist, berust meermaals op toevallige praktische en/of financiële omstandigheden. Een weerbarstige bibliothecaris, een nooit in kaart gebracht kerkarchief, een gebrekkige infrastructuur, enz. zorgen soms voor vrijwel onoverkomelijke hindernissen om het juiste materiaal te bemachtigen, laat staan dat er dan aansluitend al opportuniteiten voorhanden zouden zijn om via uitgave, concert of opname  het werk verder en meer volledig openbaar te maken.

Alhoewel met de intrede van het digitale tijdperk de mogelijkheden schier eindeloos geworden zijn om aan ontsluiting te werken, stellen we vast dat het doorgaans relatief langzaam vooruit gaat, niet in het minst te wijten aan gebrek aan fondsen en mankracht. Meer specifiek in het domein van de oude muziek dient men verder ook nog aandacht te schenken aan de bruikbaarheid van het materiaal: omzetting naar modern notenschrift, ontcijfering van de tekst, vervaardigen van uitvoeringsmateriaal, enz. Dit alles zorgt nog steeds voor grote hindernissen bij de ontsluiting.

Dit is op zichzelf misschien niet zo erg – er valt altijd weer iets te ontdekken – ware het niet dat  het historisch musicologisch onderzoek zich reeds geruime tijd baseert op principieel onvolledig materiaal. Als men weet dat van Bach, Mozart en Beethoven gegevens over ontelbare tijdgenoten – vaak tijdens hun leven genietend van een ruime bekendheid – totaal ontbreken als referentie, dan mogen we daaruit besluiten dat er nog hard moet gewerkt worden om de kennis over deze materie te vervolledigen en aldus een meer objectieve benadering mogelijk te maken.

 

Methode

 

Daarom is tijdens dit onderzoek gewerkt rond een model om nog te ontsluiten werken zo volledig mogelijk beschikbaar te maken voor een zeer ruime doelgroep, d.w.z. met een wezenlijke relevantie op muzikaalpraktisch gebied en een aanzet tot verder typologisch onderzoek. De integratie van historisch referentiemateriaal, praktisch uitvoeringsmateriaal, beeld- en geluidsmateriaal en een aantal geavanceerde zoekfuncties op het gebied van kwantitatieve en kwalitatieve gegevensanalyse, aangevuld met een belangrijk deel openbare concertoptredens en mediatisering, zou het onderzoek op basis van objectief (vergelijkings)materiaal en analyse fel moeten vereenvoudigen. Het spreekt vanzelf dat dit werk niet af is: het gaat om een aanzet en de ontwikkeling van een mogelijk model. Slechts op deze wijze immers zullen verder onderzoek en kritische verkenning in de toekomst mogelijk zijn.

 

Het werk van Christoph Graupner, tijdens zijn leven de best betaalde en meest gevraagde kapelmeester van het Duitse taalgebied, is daarvoor een dankbaar onderwerp. Ondanks de vrij eenvoudige toegankelijkheid van de quasi totaliteit van zijn manuscripten in de Universiteitsbibliotheek van Darmstadt zorgt het feit dat zijn enorme output van bijna 2000 werken slechts voor een klein gedeelte is uitgegeven of grondig werd onderzocht voor een vertekend beeld van de functie en waarde van deze Duitse kapelmeester in het licht van zijn tijd.

 

Finaliteit van dit onderzoek is dus de combinatie van een online consulteerbare digitale werkcataloog (GWV-online) en de aanzet van een internationale concert- en opnameactiviteit rond het werk van Christoph Graupner. Dit alles werd vorm gegeven in het project Graupner2010, waarvan dit portfolio de getuige mag zijn.

 

Samenvatting

 

Maatschappelijke waarde:      verspreiding via concerten, opnames, interviews, artikels, commentaar bij concerten, lezingen.

Artistieke waarde:                  kwalitatieve uitvoering van een aantal niet eerder gehoorde werken voor een publiek of via opname.

Historische waarde:               ontsluiten en geleidelijk aan digitaal ter beschikking stellen van de manuscripten (muziek, tekst).

Praktische waarde:                 ter beschikking stellen van referentiëel materiaal voor elke potentiële uitvoerder.

Wetenschappelijke waarde:   GWV-online, een digitale gefacetteerde beschrijving van de werken met geïntegreerde zoekmogelijkheid.

 

Deze inleiding wordt vervolledigd met een bijdrage over het leven van Christoph Graupner op basis van historische biografische bronnen (1_1) en een persoonlijk overzicht van de argumenten die de studie van zijn werk noodzakelijk maken (1_2).

 

Comments (0)

You don't have permission to comment on this page.